Je vader, een onvermijdelijk rolmodel.
Op een mannenconferentie georganiseerd door een Vader-centrum werd me gevraagd een workshop te faciliteren over ‘de kracht van rolmodellen’. Het werd een levendige workshop die door ca. 12 mannen (en 1 vrouw) werd bezocht.
De workshop ging over je onvermijdelijke rolmodellen: je ouders, die je bij je geboorte hebt meegekregen. En mijn stelling was: je hebt altijd de juiste ouders. Als ze ergens of overal een slecht voorbeeld gaven dan is dat waartoe je je vervolgens gaat verhouden. En de kunst is het beste, creatieve antwoord te geven op dat negatieve.
We hadden weinig tijd dus heb ik me beperkt tot de vader.
Ik had het ook graag over de moeder willen hebben en hun relatie, want ook dat is een krachtig rolmodel.
Mijn vragen waren:
Wat vond je werkelijk goed van je vader? Wat deed hij goed, in jouw ogen? En kun je die eigenschap ten volle claimen voor jezelf? En maak je hem ook waar in je eigen leven of (nog) niet (helemaal)?
En wat vond je echt moeilijk of lastig aan hem? Wat ontbrak? En hoe heeft dat vervolgens doorgewerkt in je leven? En hoe ga je daar nu mee om?
Je bent het zelf
In feite gaat dit over ‘spiegels’. Als je iets opvalt – positief of negatief – gaat dat altijd over jezelf: je ziet jezelf. Niet dat het ook niet iets over die ander zegt maar het punt is: hij is niet alleen JOUW vader, JIJ bent ook degene die dat specifieke opvalt. Een broer of zus zal bijv. vaak andere accenten leggen en minder last hebben van bepaalde dingen.
Volwassen mannelijkheid gaat erover dat je verantwoordelijkheid neemt voor je perceptie en voor het hebben van bepaalde mensen in je leven of dat nou ouders zijn, partner of kinderen.
Dus claim je perceptie en betrek het op jezelf, maar …. op een constructieve en creatieve manier.
Het negatieve transformeren
De antwoorden waren, zoals te verwachten was, nogal divers, hoewel wat betreft het negatieve, de afwezige vader, in allerlei gradaties, veel voorkwam.
Mijn vader bijv. was op zich geen afwezige man, in tegendeel, maar in mijn puberteit, waar de overgang van jongen naar man moet plaatsvinden en je bezig bent grenzen te verleggen, liet hij het teveel over aan mijn moeder. Ik rebelleerde. Echt volwassen worden, m.n. ook in de relatie tot de vrouw, is mede daardoor een lange weg voor me geweest. Het goede hieraan: ik ken nu zo’n beetje alle fouten die een man kan maken. Heb op een oorspronkelijke manier heel veel over wat een volwassen relatie is geleerd.
Hij was ook een emotioneel onbetrouwbaar man, m.n. heel veel woede. Als je zijn geschiedenis kent is dat ook best begrijpelijk, maar hoe dan ook, hij was vaak niet te pruimen. Mijn reactie daarop: mijn eigen boosheid onderdrukken. Dat ging een jaar of 10 goed – op wat explosies na – en toen viel er niet meer aan te ontkomen: ik moest leren omgaan met mijn emoties en vooral met woede. Ik heb op die manier het zwaard leren hanteren. Boosheid is: de wens om te vechten. Maar dat begint met klaarheid: waar ben ik boos over? Daar ben ik nu heel snel in: mijn grenzen zijn duidelijk, ik zie snel waar een conflict over gaat.
Het juiste spoor
Mijn vader had ook een aantal hele positieve eigenschappen – inspiratie, ondernemingszin, verantwoordelijkheid, volhouden – die ik inmiddels ten volle claim voor mezelf.
Maar eigenlijk maakt het dus niet uit of je ouders een positief of negatief rolmodel waren. Natuurlijk, het is veel prettiger als het positief is maar het punt is: een negatief rolmodel zet je zeer effectief op een spoor, nl. van dat wat je te leren hebt. En is het leven niet primair een reis waarin je veel ervaart en zo dingen leert die je nog niet kende.